Kaldenbroek is gelegen aan de rand van een oude Maasmeander in Lottum, vlak bij de grens van Grubbenvorst. De totale oppervlakte die bij het kasteel hoort is ongeveer 50 hectare. Een groot gedeelte van deze grond is moerassig weiland en wilgen en elzen hakhout. De boerderij, op het erf van het kasteel, bestaande uit hoger richting de Maas gelegen akkerland, werd meestal bewoond door pachters.
Aan de bijgebouwen is het gebruik van mergelstenen te zien, die we dikwijls in gebouwen uit die periode aantreffen.
Grenzend aan de landbouwgrond liggen nog de overblijfselen van de zogenaamde “pannenschop”, een oude veldbrandoven, waarin tot begin 1900 dakpannen, het oude model handpannen, werden gebakken.
Het water van de Gekkengraaf dat zich slingerend door de bossen verplaatst naar de Maas, zorgde vroeger voor het vullen van de grachten rond het kasteel. Toen de grachten eind 19e eeuw werden gedicht zijn er flinke steunberen tegen de muren aangebouwd.
Relatie met het dorp Melderslo
In de (19)60-iger jaren werden alle ontwikkelingen rond het kasteel Kaldenbroek nog op de voet gevolgd vanuit Melderslo. De boeren en tuinders uit Melderslo werkten veel in de bossen rond het gebied voor de aankoop van hout voor bonenpalen en boerengerief. Als het aanhoudend hard vroor, was het mogelijk in het moeras dit hout te kappen, bij dooi was het wegwezen.
Roemrijk verleden
Het kasteel stamt uit het midden van de 16e eeuw. De oudste bekende vermelding van het kasteel is van 1394 toen ene Alart Vleck het huis in leen kreeg van de hertog van Gelre.
Lange tijd was Kaldenbroek in handen van de familie van Ghoor. Adolf van Ghoor nam krachtig deel aan de strijd tegen de Spanjaarden. Het kasteel werd ingenomen en geplunderd. Adolf werd gevangen genomen en is in de gevangenis gestorven.
Het kasteel kwam in de 17e en 18e eeuw door huwelijk in bezit van de graven van Efferen en in 1687 van de graven van Wijlich. Philip Carel van Wijlich, de baron van Lottum was militair en richtte een eigen regiment op dat de “infanterie van Lottum” werd genoemd.
In 1804 werd het goed verkocht aan de familie Schraven-Hendrix. Mgr. Schraven bracht hier zijn jeugdjaren door en is later in China (Chengtingfu), in zijn missiegebied, met zijn gezellen vermoord.
Later is het door erfenis weer van eigenaar verwisseld en over gegaan naar de familie van Haeff. De boerderij werd verpacht aan de heer P. Bovee-Titulair.
Verval
Emeritus pastoor van Haeff liet een woning bouwen aan de rand van het perceel, in het bos aan de Spoorweg, en had van hieruit zicht op de vervallen burcht. Lange tijd lag er een omgewaaide boom tegen de gevel van het gebouw.
Rond 1970 kwam het kasteel met landerijen in handen van projectontwikkelaars die er een vakantiepark van wilden maken. Door de vele protesten is dit niet doorgegaan en werd het weer doorverkocht. Diverse eigenaren zijn tijdelijk in het bezit geweest van het hoofdgebouw, dat er door achterstallig onderhoud, verlaten bij lag. De bijgebouwen zijn steeds bewoond gebleven, tegenwoordig is Kaldenbroek door het Limburgs Landschap ingericht als vakantie woning.
Informatiebronnen
- Uit Lottums Historie. H. Lenssen.
- Archief Gemeente Horst aan de Maas.
- Foto’s zijn gemaakt door Piet Lenssen in 1980.
- De foto van 1909 is een reproductie afkomstig uit een Maasgouw van 1929.