Nieuwsbrief oktober 2007: Konijnswarande ... een prehistorische begraafplaats, een levende have plek, een bijzondere buurtschap. De Konijnswarande is een klein gebied, gelegen tussen Horst en Melderslo. Door de aanleg van de Daniëlweg is de Konijnswarande sinds de jaren zestig van de vorige eeuw in tweeën gesplitst. Het gebied ontleent zijn naam aan het besloten jachtterrein voor konijnen dat hier waarschijnlijk in de tweede helft van de zeventiende eeuw werd aangelegd. Maar de eerste sporen van menselijke activiteiten in dit gebied dateren al van vele eeuwen eerder. Sommige huidige bewoners van de Konijnswarande en naaste omgeving weten nog vaag iets over de tijdens of kort na de Tweede Wereldoorlog gevonden urnen aan de Konijnswarande. De urnen, gevonden bij het graven in de zanderige heuvels, stammen uit de ijzertijd. Algemeen bekend is dat de omgeving hier al tientallen eeuwen bewoond is geweest. Begrijpelijk, want het lijkt goed wonen hoog en droog aan de heuvelrand, met voor het vee voedselrijke graslanden die uitlopen naar de Molenbeek. Perceeltjes land voor de zelfvoorziening werden later ontgonnen. Visrijke palinggronden waren aanwezig in de sloten die aflopen naar de Molenbeek. Die kon niet overbevist zijn, want eeuwen geleden was de streek nog dun bevolkt. De naam Konijnswarande doet vermoeden dat het hier een eldorado voor konijnen moet zijn geweest. Dit is begrijpelijk, want de waarschijnlijk in de middeleeuwen opgewaaide zandheuveltjes waren voor dit kleinvee een ideale woonplek. Voor de mensen die hier woonden, vormden de konijnen een aanvulling op de vleesvoorziening. Ook hun vellen werden gebruikt. Maar de Konijnswarande kan ook een kampontginning zijn geweest: een door bomen en palen en misschien ook door beuken en meidoornhagen omheind perceel akkerland. De afrastering diende om de dikwijls loslopende schapen en ander vrij grazend vee en groot wild te weren. Vlakbij lag mogelijk een huisje van een beheerder die in dienst was van de heer van Huis ter Horst. Wanneer de Konijnswarande is aangelegd, is niet bekend. Waarschijnlijk is dit gebeurd na 1660, toen Willem Vincent van Wittenhorst (1613-1674) het Huis ter Horst had gekocht. Hij liet het kasteel restaureren en ook de omgeving opknappen. Voordien was de boel tamelijk verwaarloosd. Warandes passen zeker in de mode van die tijd. De oudst bekende vermelding van de Melderslose Konijnswarande is uit 1721: in een belastingheffing wordt genoemd “De Conijnswarande, groot 10 morgen en 22 roede”. Vertaald naar de huidige oppervlaktemaat is dat ongeveer 8,5 hectare. Een uitgebreide handleiding over aanleg en beheer van een warande is te vinden in een boek van Charles Estienne (1504-ca.1564) en Jean Liébault (ca. 1535-1569). Een eerste Nederlandse vertaling van hun boek verscheen in 1562 onder de titel 'De Veltbouw ofte Lantwinninghe'. De auteursnamen waren ‘vernederlandst' tot Kaerle Stevens en Jan Libaut. Twee fragmenten uit hun boek in het oud Nederlands. Klik hier voor vertaling en brondocument. Meer >> Over de ligging: "De gheleghenheyt vande warande. Men sal maecke een warande op een ofte twee bunder clefs landts op ene hoghe plaetse, tusschen beplantingh ende bosch vande opghaende bohmen die aen de sonne staet enniet waterachtich ende moeraschachtich en is, want behalven noch dattet conijn sehr hatet de vochtichheidt ende coude, soo behoevet om het gherief van sijn holen te sijn in plaetse waert nae sijn beliefte mach grabe om hem een loghijt te maecke waert in drooghe mag wesen. Men maecke ene warande opdat het jaghen vande conijne die in het hou-bosch wohnen wat moejelicher is dan die inde waranda wohnen. Men sal maecke rondomme ghelijks een parck Ene mueren om datter gheen vossen ende wolven in comen en soude om dese clene beesten Onghelijks te doen." Over de beplanting: "Men sal indit parck planten sehr vehl bramen, moerbesiebohmen, sleen ende brem ende sehr Veel jeneverbohmen, want het conijn etet niet liever dan jeneverbesschen ende grondt het toelaet conijnencruidt, coolen, lattouwe, rapen, cicere, celedoni, distels ende ander dergelijcke Tot voedsel van dese klene beesten." Konijnswarande in de negentiende en twintigste eeuw. Op de Tranchotkaart van 1803-1820 (linker kaart) staat op de Konijnswarande een plantage aangegeven. Onduidelijk is of het hier gaat om fruitbomen, bosbouw voor de houtproductie of een combinatie van beide. In het gebied woonden in die tijd slechts enkele arbeiders en wevers. Bij de wevers stond het weefgetouw in een kamertje van het woonhuis. Elke bewoner beschikte ook over een perceeltje akker- en weiland voor eigen gebruik. Op de topografische kaart van 1890 (rechter kaart) zien we dat er meer bos is aangeplant en dat de heidegrond al meer is ontgonnen. De ontginning van de laatste percelen heidegrond vindt plaats na 1945. De asperge voelt zich ook goed thuis op de Konijnswarande want ondiepe kiezellagen in de ondergrond zorgen voor een goede ontwatering. Die kwam ook goed van pas in de tuinderskassen die na 1950 in dit gebied stonden. Deze kwekers hebben intussen allemaal hun bedrijf beëindigd en de kassen zijn afgebroken. Twee bedrijven zijn nu nog actief bezig met kasteelten in moderne kassen, maar de grond speelt geen rol meer: het zijn allemaal substraatteelten. Vele vragen uit het verleden over de Konijnswarande zijn nog niet beantwoord, maar er staat nog zestien meter ongeordend archiefmateriaal in het Rijksarchief in Maastricht over de bewoners van het Huis ter Horst en aanverwante familie. Er is nog veel werk te doen, misschien komt er in de toekomst nog aanvullende informatie over de Konijnswarande boven tafel. Dankwoord: Met dank aan de archivarissen de heer J. van Rensch en mevrouw W. Keyser-Schuurman van het Rijksarchief Maastricht. Meer achtergrondinformatie: Op www.geschiedenismelderslo.nl staan verschillende oude kaarten van Melderslo. Klik hier voor rechtstreekse toegang. |