|
Wist u dat … ook Melderslo aftelrijmpjes, spotgedichten en nonsensversjes in het dialect heeft gehad? |
In mei leggen alle vogels een ei Iene miene mutte Wie is er niet groot geworden met dergelijke rijmpjes? Sommige – zoals beide bovenstaande voorbeelden – zijn van alle tijden, andere kennen een korte of langere bloeiperiode en raken daarna in de vergetelheid. Zelfs voor eeuwig als ze niet zijn opgeschreven. Zonde natuurlijk, want wie zou nu niet willen weten welke rijmpjes honderd jaar geleden in z’n woonplaats in zwang waren? In 1983 vroeg Geschiedenis Melderslo hem de herinneringen aan z’n jeugd in Melderslo op papier te zetten. Ger voldeed aan dat verzoek ‘omdat ik er de tijd voor heb en omdat ik er plezier in heb (oude mensen worden nostalgisch en vertellen graag over vroeger)’. Het resultaat was een prachtig document van meer dan tien bladzijden waarin het vooroorlogse Melderslo tot leven komt.
Aftelrijmpjes Is mijnheer de smid niet thuis? Een, twee, drie, vier, vijf, zes, zeven. Van het laatste rijmpje wist hij zich ook een versie met een wat meer erotische inslag te herinneren: Een, twee, drie, vier, vijf, zes, zevenWaar is Jan met de meid gebleven? In het hooi In het strooi Jan met de meid in de varkenskooi ![]() Terecht merkt Ger over deze aftelrijmpjes op: ‘Omdat deze gedichtjes in het Algemeen Beschaafd Nederlands gesteld zijn, zullen ze wel in geheel Nederland in zwang geweest zijn of nog zijn.’ Bestonden er dan geen dialectversjes? Jazeker wel! Ger somt er een aantal op. Zoals het rijmpje dat hoorde bij het kinderspel ‘wolf’. Daarbij was de wolf de vanger die in een hol zat. De andere kinderen daagden de wolf uit en kwamen steeds dichter bij zijn hol terwijl ze riepen: Ik zuj zo gèr na de kermis goan Dit kon zo vrij lang doorgaan: ‘Soms ging dat tot twaalf door en dan weer van voren af aan. Op een gegeven ogenblik kwam de wolf wel en dan probeerde hij er een te tikken.’
Ik woj e fluitje make Nonsensgedichten Ozze vader Piet Soms riep men iemand na met: ‘Hei!’ Keek hij of zij dan om dan zei men: Vergefs gekeke Spotgedichten Meister Mop ‘Je zorgde er dan wel angstvallig voor dat de meester het niet hoorde’, voegt Ger eraan toe. Melderse bök Ger: ‘Waarop wij van Melderslo een gebrekkig weerwoord hadden, omdat het rijm kreupel was. Wij wisten niet beters dan: Horster kwekkers Op ‘dreumel’ was helemaal geen rijmwoord te vinden.’ Wat de (helaas niet meer door Ger te beantwoorden) vraag oproept waarom die Melderslose jongens niet hun toevlucht namen tot de klassieker: |
Meer informatie: 1. Klik hier voor de betekenis en voorbeelden van aftelrijmpjes. 2. Klik hier voor enkele spotgedichten over de Belgische plaatsen Baal en Tremelo. 3. Klik hier een artikel van Toon Nellen, een broer van Ger, over kinderspelen in Melderslo in de jaren dertig van de vorige eeuw. |
Nieuwsbrief gemist? Klik dan hier. |