Spoorhuisje

Achtergrondinformatie

Letterlijke tekst van de "Omschrijving" van monumentnummer 52366. Opgenomen in het register beschermde monumenten ingevolgde artikel 6 van de Monumentenwet 1988. Plaatselijke aanduiding: Swolgensedijk 21, Melderslo.

Inleiding

Voormalige OVERWEGWACHTERSWONING ("WH 56") gebouwd in 1883 in opdracht van Staatsspoorwegen ter hoogte van Melderslo aan de oostzijde van de in 1880 gereed gekomen spoorlijn Nijmegen-Venlo. Het pand is een van de volgens standaardontwerp gebouwde wachtposten ten behoeve van de in de Spoorwegwet van 1859 voorgeschreven bewaking van baanvakken en overwegen. Nadat de regelgeving en de techniek voor de bewaking van overwegen werden aangepast, verloren de woningen hun functie en zijn veel van de huisjes verdwenen.

De verschijningsvorm van het pand is typisch voor de na 1860 veelal gestandaardiseerde architectuur van de spoorwegen, en kenmerkt zich door een eenvoudige hoofdvorm met vooruitspringende partij gericht op het goede zicht op de spoorlijn en een verzorgde detaillering door middel van segmentbogen en geornamenteerde gevelankers.

In de jaren 1906-1907 is de woning volgens standaardplan verlengd (rechter beuk) en verhoogd (linker beuk).

Omschrijving

De vrijstaande OVERWEGWACHTERSWONING heeft een tweebeukige opzet op een samengesteld grondplan, met een twee bouwlagen tellende linkerbeuk onder zadeldak en een iets terugliggende, lagere rechterbeuk onder een lessenaarsdak dat aansluit onder het dakoverstek. De schilden met overstek zijn belegd met rode kruispannen. Langs de dakranden lopen zwartgeschilderde windveren en de afwatering vindt plaats via mastgoten naar een naast de achterdeur aanwezige waterput. Op het rechter lessenaarsdak bevindt zich een hoge gemetselde schoorsteen.

De gevels zijn witgepleisterd en hebben een omlopende zwartgeschilderde plint. De gevelopeningen zijn voorzien van zwartgeschilderde hardstenen lekdorpels en tenzij anders vermeld aan de bovenzijde voorzien van zwartgeschilderde segmentbogen. In de vensteropeningen bevinden zich voornamelijk rechtafgesloten ramen. De asymmetrisch ingedeelde VOORGEVEL heeft in de eerste bouwlaag van de linker beuk een niet authentiek raam zonder roedeverdeling. In de tweede bouwlaag twee smalle zesruits ramen. De terugliggende rechter beuk heeft links een opgeklampte houten voordeur onder een vierruits bovenlicht. Rechts ervan een klein wc-raam.

De RECHTER ZIJGEVEL van de linker beuk bevat in de eerste bouwlaag een smal raampje. In de rechter zijgevel van de rechter beuk bevindt zich links een klein raam en rechts een groot ongedeeld schuifraam met drieruits bovenlicht en luiken.

De asymmetrisch opgezette ACHTERGEVEL heeft in de top van het rechter geveldeel twee smalle ramen. In het licht terugspringende linker deel bevindt zich de houten achterdeur met een vermoedelijk later aangebracht drieruits glaspaneel. Links naast de achterdeur bevindt zich een waterput voorzien van een in baksteen uitgevoerde bovenrand.

De asymmetrisch ingedeelde LINKER ZIJGEVEL heeft links een kelderraam met hierboven ter hoogte van de opkamer een vierruits schuifraam. Rechts zijn op verschillende hoogte twee kleine ramen geplaatst.

De oorspronkelijke structuur van het zeer soberuitgevoerde INTERIEUR is goed bewaard gebleven en bestaat in de rechterbeuk uit een hal en toilet en een keuken aan de achterzijde. De linker beuk heeft aan de voorzijde de woonkamer en aan de achterzijde een kelder met opkamer bereikbaar vanuit de kamer. De zolderverdieping heeft enkele slaapvertrekken.

Waardering

De voormalige OVERWEGWACHTERSWONING aan de Swolgense Dijk is van cultuurhistorisch belang als bijzondere uiting van een infrastructurele en technische ontwikkeling: aan Nederlandse spoorlijnen werden talrijke gelijkvormige wachtershuisjes gebouwd die in de loop van de twintigste eeuw door veranderende regelgeving en techniek hun functie verloren.

Het pand heeft architectuurhistorische waarde als gaaf bewaard en goed typologisch voorbeeld van een wachtpost uit het laatste kwart van de negentiende eeuw die zich kenmerkt door een eenvoudige opzet met vooruitspringende beuk voor goed zicht op de spoorlijn en een sobere geveldetaillering. De wachtpost is wat opzet en detaillering betreft representatief voor de gestandaardiseerde functionele architectuur van staatsspoorwegen in het laatste kwart van de negentiende eeuw.

De wachterswoning bezit ensemblewaarden en situeringswaarden als onderdeel van de spoorlijn Nijmegen-Venlo, waarbij de historische samenhang met de spoorlijn nog altijd duidelijk herkenbaar is. Op basis van deze waarden vertegenwoordigt het object algemeen belang.