Nieuwsbrief
augustus 2007: Wist u dat ... de ruïne bij Vlasven een folly is? Of zou het toch de woonplaats geweest zijn van de Graaf van Melderslo?
‘Bizar bouwwerk', ‘bouwkundige dwaasheid' en ‘fantasiebouwwerk': drie definities van het Engelse begrip ‘folly'. Volgens een in 1995 verschenen standaardwerk telt Noord-Limburg slechts drie follies: een theeschenkerij in pagodestijl in Mook, jachtslot De Mookerheide in Molenhoek én de namaakruïne bij het Vlasven in Melderslo. De Melderslose ruïne dateert uit 1938. Leden van de Jonge Wacht, een vereniging voor jongens tussen de twaalf en zeventien jaar, waren een jaar eerder op het idee gekomen een "rimboe" te maken. Het idyllische terrein bij het Vlasven was daarvoor bij uitstek geschikt. De toenmalige pastoor Ament schijnt met het idee te zijn gekomen om bij het ven een namaak kasteelruïne te bouwen die als buitenverblijf voor de Jonge Wacht moest gaan dienen. Het enthousiasme kende geen grenzen: de Boerenbond gaf een subsidie van driehonderd gulden en veel inwoners verleenden belangeloze medewerking of leverden gratis materialen. Op 26 mei 1938, Hemelvaartsdag, zegende de nieuwe pastoor, Eggelen, het terrein in. Heel Melderslo was aanwezig. De Nieuwe Venlosche Courant sprak van een “lusthof voor de Jonge Wacht. In plaats van het vroegere ven ziet men thans een flinken vijver en twee grachten, waarlangs boom- en struikbeplanting. Tusschen deze grachten en den vijver ligt een flinke groote open ruimte en achter dezen vijver is een reusachtige wigwam gebouwd in den vorm van een oude ruïne met een flinke toren. Het materiaal van dit bouwwerk bestaat voornamelijk uit oude afbraakstenen en geeft het uiterlijk van een antiek aspect.” De "rimboe" kreeg nog meer allure door de bouw van een klokkentoren en een Lourdesgrot met Mariabeeld, de aanleg van een speeltuintje en een vijvertje en het plaatsen van paaltjes met dierenbeelden. Toen de Jonge Wacht na de bevrijding geen opvolger kreeg, raakte het terrein danig in verval. Niemand voelde zich verantwoordelijk, totdat in 1970 leden van de KPJ het ven en de ruïne een opknapbeurt gaven. Het Dagblad voor Noord-Limburg meldde: “De Melderslose jongeren willen van dit eeuwenoude bouwwerk [!] een clubhuis maken waar ze straks hun bijeenkomsten kunnen houden.” Na enkele jaren echter liep het ledental van de KPJ terug en bleek het lokaal in de ruïne niet meer aan de eisen te voldoen. In 1977 kwam er met de Stichting Geschiedenis Melderslo, die jaarlijks wedstrijden polsstokverspringen over het Vlasven ging organiseren, weer een organisatie die zich om het ven en de ruïne bekommerde. In de jaren tachtig werd het gebied, inmiddels gemeentelijk eigendom, minder idyllisch. De meeste bomen werden gekapt en het ven en de ruïne werden ingeklemd tussen woningen. Dit heeft niet geleid tot minder vandalisme en vernielingen. Met een zekere regelmaat dienen herstelwerkzaamheden uitgevoerd te worden. Hopelijk zal dit er nooit toe leiden dat de ruïne ‘dan maar' wordt afgebroken. Want weliswaar is dit geen gebouw met een bijzondere historische of architectonische waarde, maar wel een curieus en uniek bouwsel waarmee zuinig dient omgesprongen te worden.
Of zou het dan toch de woonplaats geweest zijn van de Graaf van Melderslo? Tenminste een bron ('Ach Lieve Tijd', nummer 8, '2000 jaar De Peel' uit jaar 2006) geeft in het bijschrift van een foto van de Melderslose ruïne aan dat "de ruïne in Horst" een restant is van een kasteelcomplex waarvan de eerst omringende muur werd gebouwd in de 14e eeuw. Deze bron geeft niet aan dat het de vesting betrof van een adellijke heer.
|